Eerder vrijkomen bij een gevangenisstraf? Dit is wat er is veranderd

Per 1 juli 2021 is de regeling van de voorwaardelijke invrijheidsstelling (VI) op de schop gegaan. Waar een gedetineerde voorheen automatisch het laatste deel van zijn gevangenisstraf buiten de muren van de gevangenis kon doorbrengen (1/3 deel), wordt dat laatste deel vanaf 1 juli 2021 gemaximeerd op twee jaar. Een simpel rekenvoorbeeld: waar Peter vroeger met een gevangenisstraf van 18 jaar na 12 jaar vrij kon komen, moet hij nu 16 jaar zitten.

Door de recente wetswijziging komt iemand ook niet meer automatisch in aanmerking voor VI, maar is het recht op VI gewijzigd in een gunst om voorwaardelijk vrij te komen. Daarbij dient ten aanzien van iedere gedetineerde te worden vastgesteld of die gunst ook daadwerkelijk wordt verleend. Het OM beoordeelt en beslist. Er wordt rekening gehouden met het gedrag gedurende detentie, risico’s bij invrijheidsstelling en de belangen van de samenleving en eventuele slachtoffers.

De bevoegdheid tot afwijzing van de VI door het OM heeft in mijn optiek een belangrijk negatief – en mogelijk onbedoeld – neveneffect tot gevolg. Wangedrag in de PI betekent geen VI. Het doel van de VI is echter iemand gecontroleerd laten terugkeren in de maatschappij. Oftewel, iemand die jarenlang heeft vastgezeten, wordt gedurende de VI in de gaten gehouden en geholpen om zijn leven buiten de gevangenis vorm te geven om daarmee ook de kans op herhaling te voorkomen. Iemand die zich dus heeft misdragen in de gevangenis wordt hierbij zonder VI dus niet geholpen en belandt zonder begeleiding en hulp na afloop van zijn gevangenisstraf op straat. Wordt daarmee de kans op herhaling juist niet veel groter? Van resocialisatie is immers in het geheel geen sprake hetgeen de kans op recidive alleen maar doet toenemen.

Als iemand wel goed gedrag in de gevangenis heeft laten zien en in aanmerking komt voor VI, dan bepaalt het OM ook aan welke voorwaarden iemand zich moet houden op het moment dat iemand in vrijheid wordt gesteld, vandaar de titel voorwaardelijke invrijheidsstelling.

1 juli 2021 is het kantelpunt voor toepassing van de nieuwe VI-regeling; alle veroordelingen na 1 juli 2021 vallen dus onder het striktere regime.

Andere voorwaarden om in aanmerking te komen voor VI per 1 juli 2021 zijn dat het om een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet gaan van minimaal 1 jaar. Iemand met deels voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd krijgt dus geen VI.

Voor onvoorwaardelijke gevangenisstraffen tussen de 1 en 2 jaar geldt dat aan iemand VI kan worden verleend als iemand 1 jaar heeft vastgezeten en van het restant 1/3 gedeelte heeft uitgezeten.

Voor onvoorwaardelijke gevangenisstraffen van meer dan 2 jaar geldt dat iemand in aanmerking kan komen voor VI nadat 2/3 deel van de straf is uitgezeten. Let wel: de VI kent dus een maximum van twee jaar.

Een advocaat dient derhalve bij zijn pleidooi waakzaam te zijn op dit punt; de nieuwe VI-regeling heeft namelijk tot gevolg dat iemand met een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk dus langer vastzit (namelijk 18 maanden) dan iemand met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden. Die komt immers met VI na 16 maanden vrij.

Als het OM niet beslist tot VI of iemand is het niet eens met de gestelde voorwaarden van de VI dan kan een bezwaarschriftprocedure worden gestart bij de rechtbank.

Mocht u naar aanleiding van dit artikel vragen hebben over de nieuwe VI-regeling of andere vragen over het strafrecht, neem gerust contact op!

LEFF advocaten - Logo

Waldeck Pyrmontsingel 77
6524 BA Nijmegen
T 024 – 200 67 17
F 024 – 744 01 65
E info@leffadvocaten.nl

M Anne Winters 06 – 4318 0220
E anne@leffadvocaten.nl

M Piet Janssen 06 – 8242 9686
E piet@leffadvocaten.nl

M Thom Hermens 06 – 8243 4385
E thom@leffadvocaten.nl