Ongelukkige val op de dansvloer

In vrolijk aangeschoten toestand waag je een dansje op de dansvloer net als (een deel van) de rest van het publiek van een (muziek)evenement. Je maakt vervolgens contact met een mededanser en impulsief besluiten jullie om het dansje samen voort te zetten. A la Patrick Swayze in de film Dirty Dancing lijkt het je wel wat om jouw danspartner van de grond te liften. Je slaagt er zowaar in om je danspartner voor enkele seconden ongeveer 30 centimeter op te tillen, maar de landing verloopt ongelukkig. De danspartner komt daarbij ten val, breekt een voet en ondervindt – ook na meerdere operaties – nog klachten en beperkingen.

Ben je aansprakelijk voor de schade die jouw danspartner door toedoen van deze gebeurtenis lijdt? De rechtbank Gelderland heeft zich onlangs over een dergelijke situatie gebogen (ECLI:NL:RBGEL:2022:3704).

De rechtbank is daarbij uitgegaan van onderstaande feiten. De [verzoekende partij] is de persoon die ten val is gekomen en de [verwerende partij sub A] is de persoon die de lift op de dansvloer heeft uitgevoerd:

  • [verzoekende partij] en [verwerende partij sub A] zijn bekenden van elkaar, die elkaar niet meer dan 4 keer hebben ontmoet;
  • [verzoekende partij] en [verwerende partij sub A] waren aan het dansen/bewegen op muziek bij een muziekpodium op een evenement;
  • [verwerende partij sub A] is geen geoefende danser; [verwerende partij sub A] en [verzoekende partij] zijn niet als danspaar op elkaar ingespeeld;
  • Beiden hadden een aanzienlijke hoeveelheid alcohol op (8-10 consumpties in een periode van 13:00-20:00 uur). Beiden waren ‘aangeschoten’, [verwerende partij sub A] heeft verklaard dat hij denkt dat hij ‘dronken’ was.
  • [verwerende partij sub A] heeft [verzoekende partij] (zoals hij ter zitting verklaart) in een impuls bij haar middel gepakt en een paar seconden 30 centimeter opgetild; [verzoekende partij] en [verwerende partij sub A] stonden toen binnen armafstand, maar wel op enige afstand, niet met de neuzen bij elkaar;
  • Dit optillen ging zonder aankondiging of overleg; [verzoekende partij] verklaart dat het voor haar onverwacht gebeurde, [verwerende partij sub A] verklaart dat hij zich kan voorstellen dat het voor [verzoekende partij] onverwacht was.

De rechtbank komt op basis van deze omstandigheden tot het oordeel dat het in ‘aangeschoten’ toestand, in een impuls en onverwacht tot een hoogte van 30 centimeter optillen van een ander die ook ‘aangeschoten’ is, een dusdanig groot risico oplevert dat beiden of een van beiden tijdens het optillen of neerkomen ongelukkig ten val komen en een van hen letsel oploopt, dat [verwerende partij sub A] zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden. Het gevolg hiervan is dat de rechtbank oordeelt dat sprake is van onrechtmatig handelen en dat de persoon die de lift heeft uitgevoerd aansprakelijk is voor de schade van zijn danspartner.

De rechtbank beoordeelt deze zaak aan de hand van het leerstuk ‘gevaarzetting’. Gevaarzetting is het creëren van een situatie waarin er een kans op schade bestaat. De vraag wanneer gevaarzetting onrechtmatig is wordt beoordeeld aan de hand van de gezichtspunten uit het zogenaamde Kelderluik-arrest:

  1. Hoe waarschijnlijk is het dat een ander onoplettend is?
  2. Hoe groot is de kans dat daaruit een ongeval ontstaat?
  3. Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn?
  4. Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen?

De rechtbank oordeelt dat de danspartner onder deze omstandigheden er niet op bedacht had hoeven zijn dat zij plotsklaps 30 centimeter zonder mededeling zou worden opgetild. Daarnaast acht de rechtbank het een feit van algemene bekendheid dat het tot die hoogte optillen van een volwassen persoon, als dat zoals hier onverwacht en zonder overleg gebeurd, een aanmerkelijk risico met zich brengt op een valpartij, met alle risico’s van dien, of op een ongelukkige landing met letsel, zoals dat zich hier heeft verwezenlijkt. Dit geldt volgens de rechtbank temeer in een situatie waarin beide personen onder invloed van alcohol zijn. Rekening houdende met de specifieke feiten en omstandigheden van dit geval komt de rechtbank tot het oordeel dat sprake is van onrechtmatig handelen.

Onrechtmatig handelen of ongelukkige samenloop van omstandigheden?

In deze zaak slaat de weegschaal aldus door naar de kant van onrechtmatig handelen. Het komt echter ook voor dat gedrag weliswaar een gevaarlijke situatie oplevert maar niet als onrechtmatig wordt beschouwd. Dat was bijvoorbeeld het geval in het arrest van de Hoge Raad dat bekend staat als Jansen/Jansen (Verhuizende zusjes, ECLI:NL:HR:2000:AA5784). De casus was daarin als volgt:

Wendy helpt haar zus Monique bij het verhuizen. Wanneer zij samen een linnenkast proberen te verplaatsen verliest Monique op een bepaald punt haar evenwicht, waardoor de kast uit haar handen glipt. In een wanhopige poging geeft Monique de kast nog een duw naar boven. Hierdoor raakt de rechterarm van Wendy bekneld. Uiteindelijk is het amputeren van de onderarm van Wendy noodzakelijk. Wendy houdt Monique wegens onrechtmatige daad aansprakelijk voor de schade die zij als gevolg van deze situatie lijdt.

De Hoge Raad oordeelde in voornoemde situatie dat geen sprake is van onrechtmatig handelen, maar van  een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De horizontale draaimanoeuvre die Monique maakte, maakt een ongeval als deze volgens de Hoge Raad niet onder alle omstandigheden zodanig waarschijnlijk, dat zij zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden.

Het antwoord op de vraag of sprake is van onrechtmatig handelen is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Geen enkele zaak is hetzelfde en een kleine wijziging in de feiten kan tot een heel ander resultaat leiden. Was de rechtbank in de zaak van het gewaagde dansje bijvoorbeeld tot dezelfde conclusie gekomen als beide betrokkenen wél geoefende dansers waren en zij dat van elkaar wisten? Zou de weegschaal in dat geval mogelijk de andere kant zijn opgeslagen?

LEFF advocaten - Logo

Waldeck Pyrmontsingel 77
6524 BA Nijmegen
T 024 – 200 67 17
F 024 – 744 01 65
E info@leffadvocaten.nl

M Anne Winters 06 – 4318 0220
E anne@leffadvocaten.nl

M Piet Janssen 06 – 8242 9686
E piet@leffadvocaten.nl

M Thom Hermens 06 – 8243 4385
E thom@leffadvocaten.nl